Naast de vergroting van de percelen, was de verbetering van de ontsluiting door aanleg van wegen en verbetering van de waterhuishouding, sloten en drainage, een doel. Kleinere bedrijven kregen de mogelijkheid te stoppen, te saneren. Deze grond werd dan gebruikt voor vergroting van de overgebleven bedrijven.Om ruilverkavelingen in goede banen te leiden werden er vanaf de eerste wereldoorlog al wetten uitgevaardigd. De wet waaronder deze ruilverkaveling viel stamt uit 1954. Deze wet werd in 1985 vervangen door de Landinrichtingswet, waarin geregeld werd dat niet alleen ten aanzien van de landbouw een optimale inrichting nodig was, maar ook ter versterking diende van de zogenaamde landschappelijke waarden, infrastructuur, openluchtrecreatie en cultuurhistorie.
De ruilverkaveling Gasselte Gieten had oorspronkelijk ook het doel om een aantal nieuwe bedrijven met bedrijfsgebouwen te stichten, maximaal 8!. Dit vooral om boerderijen uit de groeiende dorpen te verplaatsen naar het buitengebied. Er zou plaats zijn voor 4 bedrijven aan de Bonnerdijk en 4 aan de zuidzijde van Gieterzandvoort. De ruilverkaveling werd geleid door een bestuur, de ruilverkavelingscommissie. Deze bestond uit een aantal personen uit beide gemeenten, aangevuld met een secretaris en iemand van de Dienst landelijk gebied (overheid).
Al in een vroeg stadium werd besloten geen nieuwe bedrijven te stichten. De kosten van met name de infra structuur zouden te hoog zijn en er was geen belangstelling onder de boeren. Echter in het begin van de zeventiger jaren was deze belangstelling er wel degelijk. De commissie besloot hier in eerste instantie niet aan mee te werken, de ruilverkaveling was al jaren bezig en vestiging van nieuwe bedrijven was een gepasseerd station.
Maar de overheid dacht er anders over en floot de plaatselijke commissie terug, er moest plaats gemaakt worden voor toch 2 nieuwe veebedrijven. Een bedrijf uit Gieten en een bedrijf uit Gasselternijveen. Voor het gebied, waar oorspronkelijk de nieuwe bedrijven zouden komen, was echter veel belangstelling voor de grond, van de andere eigenaren. Er werd daarom voor een ander gebied gekozen, dichter bij Gasselternijveen, omdat hier minder belangstelling was van andere betrokkenen en dus nog meer ruimte.
De boerderij van Harm en Fenny Pepping aan de Stationstraat 17 in Gieten was in de loop van de tijd volledig ingesloten door woningbouw en ze kregen begin 70er jaren toch belangstelling voor verplaatsing van hun bedrijf. De grond lag verspreid buiten het dorp.
Doordat de ruilverkaveling al in een vergevorderd stadium was, werd het een moeizaam proces om de gronden nog aaneengesloten te krijgen. Eigenaren van bijv. pachtgrond hadden hun wensen al kenbaar gemaakt en dat gaf voor de pachtgrond van Harm en Fenny grote problemen om deze grond ook op hun nieuwe plek te krijgen. Een proces van jaren, dat er toe leidde dat het uiteindelijk in 1976 zover was, dat met de bouw begonnen kon worden aan de Nieuwe Dijk 2. De fa. Warners uit Achter ’t hout bouwde het moderne bedrijf en de woning.
In 1977 verhuisden Harm en Fenny met hun 3 jarige zoon Lukas naar hun nieuwe stek. In het begin was het wat kamperen, de veestallen waren klaar, maar de woning nog niet. Met een ladder naar de slaapkamers, een trap was er nog niet. In 1978 werd dochter Lina geboren.
Een groot probleem voor de ruilverkavelingscommissie was nog op te lossen, namelijk in eerder stadium had Harm zijn bedrijfsgebouwen in Gieten verkocht aan een zwager, met het doel hier zijn eigen melkveebedrijf te vestigen. Deze zwager had zijn bedrijf in het ruilverkavelingsgebied, buiten de bebouwde kom. Hij ging nu naar een bedrijf binnen de bebouwde kom. Volgens de regels van de ruilverkavelingswet mocht dit niet, maar moest dit gebouw aan de landbouw onttrokken worden. De oplossing was dat een ander bedrijf in de bebouwde kom van Gieten stopte en deze boerderij daarvoor gebruikt werd. Deze zwager verplaatste trouwens later zijn bedrijf naar de naar rand van het dorp. De boerderij werd afgebroken en er kwam een nieuw woonwijkje voor in de plaats, de Hanenbijtershoek.
Harm en Fenny hebben vanaf 1977 een prachtig bedrijf opgebouwd en kunnen vergroten.
Eén van deze aankopen ging op een bijzondere manier. Harm hoorde dat een landsbuurman grond wilde verkopen. Echter hij wist dat deze collega dat absoluut niet aan hem wilde doen. Toch de stoute schoenen aangetrokken en contact opgenomen: NEE, absoluut niet aan jou! Echter een dag later belde betrokkene op met de mededeling dat ze toch maar eens moesten praten omdat zijn vrouw er anders over dacht. Het resulteerde in een vlotte onderhandeling met één voorwaarde: Hij wilde absoluut niet gezien worden tezamen met Harm op weg naar en van de notaris.
Harm en Fenny werden op de Oostermoertentoonstelling van 1994 gehuldigd voor de eerste koe in het Oostermoergebied met een met een productie van 100.000 kg melk, Zwartje 188.
In 2001 kwam er onverwacht belangstelling voor overname van het bedrijf. In eerste instantie wilden Harm en Fenny absoluut niet stoppen. Ik ben nog maar 53, maar verkoop werd toch wel heel aantrekkelijk gemaakt en het besluit om hun levenswerk over te doen werd relatief snel genomen.
Ze kochten en verbouwden een woning in Gieten. Stil zitten was er niet bij. Beiden actief in de gemeenschap. Harm was en is nog steeds actief als beoefenaar, bestuurder, maar ook vooral medewerker in de wieler- en schaatssport.